Huisartsen behandelen steeds vaker mensen met ernstige psychische problemen zelf, omdat doorverwijzen naar specialistische zorg niet of maar moeizaam gaat. Dat is het gevolg van de lange wachttijden voor de gespecialiseerde zorg, zo blijkt uit een maandag verschenen peiling van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) onder bijna 1900 huisartsen.
Huisartsen worden geacht mensen met lichte psychische problemen vaker zelf te behandelen. Uit de peiling blijkt dat dit ook gebeurt, maar dat als artsen complexe patiënten willen doorverwijzen omdat die echt specialistische zorg nodig hebben, 51 procent tegen problemen aanloopt.
Uit de enquête blijkt dat artsen langer dan acht weken moeten wachten. In die periode worden patiënten door de huisartsen zelf behandeld. Dit noemen de huisartsen niet verantwoord.
Ook in de Jeugd GGZ, waar niet de zorgverzekeraar maar de gemeente over gaat, ontstaan problemen tussen vraag en aanbod. GGZ Nederland ondervroeg zelf 27 instellingen daarover. De meeste instellingen verwachten in de loop van het jaar oplopende wachttijden. Nieuwsuur besteedde zaterdag ook aandacht aan wachtlijsten in de jeugdzorg.
Het beeld verschilt wel per regio, want een deel van de ondervraagde instellingen meldt juist dat er minder mensen dan verwacht specialistische jeugdzorg nodig hebben.
Dat vraag en aanbod betere afstemming nodig hebben, is logisch omdat het zorgstelsel ingrijpend is veranderd, zegt Jacobine Geel, voorzitter van GGZ Nederland. “Maar elke wachtende is er een te veel, want de patiënt mag niet de dupe worden van veranderingen. Daarom gaan we graag in gesprek met huisartsen over verbeteringen.”
Bron: nos.nl / nu.nl / volkskrant.nl