Tweede Kamer, regering en NZa kunnen afspreken wat ze willen om de wachttijden in de GGz terug te brengen. In de praktijk stijgen ze voor de meest kwetsbare groepen juist.
Staatsecretaris Paul Blokhuis probeert in zijn Kamerbrief van 17 juli een optimistische toon aan te slaan, maar wie de onderliggende rapportage van de NZa leest zakt de moed in de schoenen. Want de wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg blijven veel te hoog en nemen op onderdelen zelfs toe, ondanks een keur aan maatregelen, de inzet van KPMG bij het instellen van taskforces en het beschikbaar stellen van extra geld. Het lukt zelfs slechts moeizaam om helder te krijgen hoe ernstig de situatie precies is, want lang niet alle ggz-instellingen slagen erin hun wachtlijsten transparant te maken. De NZa dreigt nu de grootste achterblijvers met ‘naming and shaming’ in de hoop dat dit helpt.
Midden-IJssel heeft langste wachttijden
Vier weken voor de aanmeldtijd en veertien weken voor de totale wachttijd. Dat is de norm in de geestelijke gezondheidszorg. Uit de beschikbare cijfers van de NZa blijkt dat mensen in de regio van zorgkantoor Midden-IJssel het langst moeten wachten, met 22 weken wachttijd. Dat was in maart nog twaalf weken. In regio Nijmegen liggen de tijden wél onder de norm, maar stijgen ze óók. Het grootste probleem zit bij pervasieve stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en angststoornissen.
Arbeidsmarkt een hardnekkig probleem
Belangrijkste oorzaken voor het uitblijven van resultaten bij het bestrijden van de lange wachttijden in de ggz zijn de arbeidsmarkt in het algemeen en de omzetplafonds bij vrijgevestigden. Er zijn gewoon te weinig GZ-psychologen bijvoorbeeld. In het hoofdlijnenakkoord ggz voor de jaren 2019-2022 zijn afspraken gemaakt om de arbeidsmarktproblematiek aan te pakken, maar die hebben natuurlijk nog niet meteen effect. In de Kamerbrief schrijft de staatssecretaris dat hij eenmalig 20 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de ernstige knelpunten op de arbeidsmarkt aan te pakken.
Omzetplafond één van de boosdoeners
Uit een NZa-analyse van de patiëntenpopulatie van de vrijgevestigden blijkt dat zij in de tweede helft van het jaar tot zeven procent minder patiënten zien dan in de eerste helft van het jaar, waarschijnlijk omdat het omzetplafond in de loop van het jaar toch gaat knellen. Toch wil de staatssecretaris niet zonder meer een hogere omzet toestaan, omdat hij er niet van overtuigd is dat dit per definitie kortere wachttijden zal opleveren. Daarvoor is volgens hem maatwerk nodig.
Klik hier voor de link naar dit artikel op de website van Zorgvisie.