Bedoeld vs onbedoeld

Een ander onderdeel van het onderzoek betrof het meten van hersenactiviteit bij het overschrijden van een sociale norm, bedoeld of onbedoeld. Een ultrakort verhaaltje betrof een vrouw die op het strand ligt. De eerste keer kreeg de proefpersoon te horen dat hij of zij eromheen liep, de tweede keer dat de proefpersoon per ongeluk over de benen van de vrouw struikelde en de derde keer dat hij of zij de vrouw expres een schop tegen haar been gaf. Bas-Hoogendam vergeleek de hersenactiviteit in reactie op de bedoelde en onbedoelde sociale-normoverschrijdingen, en vond dat vooral de verhaaltjes over de onbedoelde vergissingen tot sterke hersenactiviteit leidden bij deelnemers met symptomen van SAS. ‘Ze zijn extreem bang om te blunderen in het gezelschap van anderen, en dat zie je in hun brein terug’. Op grond van haar resultaten stelt Bas-Hoogendam dan ook dat mensen met SAS een overactief en emotioneel brein hebben. En hun angst staat de kunst om het leven ten volle te leven danig in de weg.

Behandeling mogelijk

Positief is dat de stoornis, en ook de erfelijke kwetsbaarheid voor SAS, behandelbaar is. Het is inmiddels duidelijk dat de hersens nieuwe verbindingen kunnen leggen. Dat maakt het mogelijk de angstgevoelens via behandeling te dimmen en het bijbehorende vermijdingsgedrag af te zwakken, eventueel met ondersteuning van medicatie. ‘Het is niet makkelijk’, stelt Bas-Hoogendam, ‘maar het kan.’

Promotie ‘Extremely Shy & Genetically Close’
Janna Marie Bas-Hoogendam
Dinsdag 14 januari 2020, 15.00-15.45 u

Bron: universiteitleiden.nl