Diabetespatiënten die ook nog eens aan een depressie lijden, lopen een twee keer zo hoog risico eindstadium nierfalen te ontwikkelen als medepatiënten die hun leven nog wel zonnig kunnen inzien.
Een majeure depressie is een bekende risicofactor voor een slechtere gezondheid bij diabetespatiënten. Wetenschappers uit Seattle hebben nu onderzocht of er ook een verband is met de nierfunctie op lange termijn. Ook hebben ze gegeken naar het effect van lichte depressieve symptomen op de nieren.
Ze hebben daarvoor een groep van bijna vierduizend patiënten met diabetes bestudeerd. Met behulp van de Patient Health Questionnaire-9 hebben de onderzoekers vastgesteld of er sprake was van een majeure (ten minste vijf symptomen) of een lichte (twee tot vier) depressie, of geen van beide (maximaal een symptoom).
In de follow-uptijd van bijna 9 jaar hebben 87 van de patiënten die aan het onderzoek deelnamen eindstadium nierfalen ontwikkeld. Onder hen blijken degenen met ten minste eenmaal een majeure depressie oververtegenwoordigd: na correctie voor andere factoren die een risico voor nierfalen vormen lopen deze patiënten op de langere termijn een bijna twee keer zo groot risico op nierfalen als andere diabetespatiënten.
Of het verband oorzakelijk is, of dat patiënten met een depressie om een andere reden dan die depressie zelf vaker nierfalen krijgen, is uit dit onderzoek niet te achterhalen. Wel is duidelijk dat milde depressieve symptomen geen verband houden met een slechtere nierfunctie. De onderzoekers vragen zich nu af, of behandeling van de depressie het risico op nierfalen kan verminderen.
Bron: niernieuws.nl