Een nieuw onderzoek onder leiding van onderzoeker Chris McNorgan van de Universiteit van Buffalo heeft vastgesteld hoe specifieke communicatie tussen verschillende hersenregio’s, bekend als hersenconnectiviteit, kan dienen als een biomarker voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD). Het onderzoek toonde aan dat met 99% nauwkeurigheid volwassenen aan te wijzen zijn die vele jaren eerder de diagnose ADHD hadden gekregen.
“Dit suggereert dat hersenconnectiviteit een stabiele biomarker is voor ADHD”, aldus McNorgan, assistent-hoogleraar in de psychologie in het UB College of Arts and Sciences.
De bevindingen, gepubliceerd in het tijdschrift Frontiers in Physiology, hebben niet alleen implicaties voor het opsporen van ADHD, een veel voorkomende maar diagnostisch lastige aandoening die moeilijk te identificeren is. Ze kunnen ook helpen bij het bepalen van behandelingen. “Omdat bepaalde geneesmiddelen via bepaalde routes reageren, kan het begrijpen van de verschillende soorten ADHD helpen bij het nemen van beslissingen over medicatie”, zegt McNorgan, een expert in neuroimaging en computermodellering.
ADHD is de meest gediagnosticeerde psychische stoornis bij schoolgaande kinderen, maar het bestaan van meerdere subtypes bemoeilijken een klinische definitie van de aandoening.